Drank maken de wet
Maar reken je als thuiswerkende zzp·er maar niet rijk. Zelfs als je je keurig houdt aan voorwaarden zoals het bijhouden van een goede administratie, mag je nog altijd niet thuis stoken. Een woonhuis mag namelijk nooit als een zogenaamde accijnsgoederenplaats worden aangewezen. Kortom, thuis distilleren mag niet. En ohja, een distilleerketel in huis hebben mag ook niet en er zelf een bouwen mag evenmin.
De reden dat dit allemaal niet mag, hee met accijns te maken. Als jij van aardappels of suiker 1 liter sterkedrank maakt en dat verkoopt, loopt de belastingdienst € 16,– accijns mis. En dat wil de belastingdienst niet. Als je het toch doet, kunnen de gevolgen pittig zijn:
- Ben in je bezit van een stookketel: maximaal een boete ‘van de derde categorie’. Dat is € 8.100,–
- Probeer je actief accijns te ontduiken door je jenever onderhands te verkopen: maximaal een geldboete van de vierde categorie: € 20.250,– of tot vier jaar gevangenisstraf.
- Word je betrapt met zelfgestookte drank waarover geen accijns is betaald, dan gelden vergelijkbare straffen als hierboven.
Nu heeft het er alle schijn van dat de douane een (officieus) gedoogbeleid voert ten opzichte van hobbystokers. Ze hebben wel wat anders te doen dan jouw 50cc Red bull wodka in beslag nemen. Zolang jij je zelfgestookte borreltje op vrijdagavond gewoon zelf of met vrienden opdrinkt en er na het tweede glas niet stoer over gaat lopen doen op Facebook, of erger Marktplaats, is er waarschijnlijk niet veel aan de hand. Maar ook dan geldt nog altijd: zelf distilleren mag niet en als je het wel doet, is dat geheel voor eigen risico.
Mocht je toch plannen hebben om je nieuwe hobby te gelde te maken: in 1990 verscheen Tappen uit een geheim vaatje van Spapens en Horsten, over de geschiedenis van illegale alcoholstokerijen in Nederland. Het staat vol met prachtige verhalen over keukenstokerijen, nep-etiketten, spiritus drinken en oorlogsborrels.