Zoeken
Fragment uit '50' van Saskia Noort
Saskia Noort mocht deze week vernemen dat ze in totaal ruim 3 miljoen boeken heeft verkocht, en toen was haar nieuwe columnbundel 50. Dingen die ik blijf doen (en andere verhalen) nog niet eens uit. Op naar de 4 miljoen met dit nieuwe boek, waarin Saskia verkent hoe het is om 50 te zijn en single. Hier twee fragmenten.

Fragment uit '50' van Saskia Noort

Gepubliceerd op 14 april, 2017 om 00:00, aangepast op 18 april, 2017 om 00:00


Jong


Vroeger wilde ik altijd ouder zijn. Ik kon niet wachten de wereld van de volwassenen te betreden, een baan te hebben, een kind, een huwelijk, en serieus genomen te worden. In die haast vergat ik jong te zijn en te genieten van het voorrecht dat ik zomaar van Moeder Natuur had gekregen: de jeugd. Een gladde huid, putloze billen, striae-vrije buik en het vermogen een nacht lang te dansen zonder totale ineenstorting de volgende dag. Met gemak over een gebroken hart heen te stappen en geloven dat ik de waarheid in pacht had. De heerlijke zorgeloosheid en het zicht op een toekomst vol beloftes. 
    Nu ben ik ouder. Over de helft van mijn leven. Het leukste stuk heb ik voorbij laten gaan in een storm van werk, opvoeden, liefhebben en weer scheiden, verhuizingen en sociale verplichtingen. Bergen heb ik verzet, dalen doorgeworsteld en de sporen daarvan zijn onuitwisbaar. Littekens op de buik, zitvlees op de derrière, slijtage aan de nekwervels, groeven in het gelaat. Ik heb geleefd en dat is te zien. Het is niet wereldschokkend, en voor een vijftiger ben ik best heel netjes opgedroogd, maar er zijn momenten dat ik in de spiegel kijk en mezelf nauwelijks herken. Als kind staarde ik angstig naar de enorme fl ap van een onderkin bij mijn tante Miep, nu zie ik de eerste aanzet hiervan terug in de weerkaatsing van mijn iPhone. Nu wil ik best gracefully old growen, me neerleggen bij mijn leeftijd en mezelf omarmen in al mijn dimensies, zoals de feministen promoten. Maar moet dat nu al? Er is al zoveel om los te laten en te accepteren. Kinderen die de deur uit gaan, hormonen die alle kanten opvliegen, mannen die vertrekken, vrienden die ziek worden en ouders die zorg behoeven. Ouder zijn brengt geen berusting, zoals iedereen altijd maar beweert, maar frustratie over alles waar ik afscheid van moet nemen, maar ook over de platitudes die ik naar mijn hoofd geslingerd krijg. Zoals dat lichamelijk verval nu eenmaal bij de leeftijd hoort, een vrouw boven de veertig in een club sneu is en ik geen truitjes met korte mouwen meer aan mag. Er is maar één manier om me door deze fase van het leven heen te slaan en dat is het waar mogelijk zo leuk en mooi mogelijk te maken.
Dus wél uitgaan. Wél dat truitje met korte mouwen aantrekken. Ondanks de ziekten en de kwalen wél feestvieren. Wél die sporen van een verdrietige scheiding uit je gezicht laten halen. De sexy lingerie, die ik vroeger niet kon betalen maar nu wel, aanschaff en én dragen. Hotter than my daughter, hell yeah! 
    En trouwens, ik ben altijd nog jonger dan Madonna. Zij was mijn voorbeeld toen ik veertien was, en nu ik vijftig ben, is ze dat nog steeds. Een vrouw met maling aan conventies. Tot aan het bittere einde.


(Happy) single


Laten we er gewoon eens eerlijk voor uitkomen. Single zijn sucks. Toen ik dit statement maakte bij RTL Late Night werd ik overladen met woedende mails en tweets. Van vrouwen natuurlijk, met hetzelfde fanatisme als waarmee ze borstvoeding, thuisbevallingen of bewuste kinderloosheid bepleiten: hoe durfde ik hun manier van leven te veroordelen? Gelukkig en tevreden als zij waren met hun alleenstaande status, de vrijheid, de zelfstandigheid, de rust en tegelijk het avontuur. Maar wij vrouwen, wij zijn zeer bedreven in een volkomen kutsituatie naar de buitenwereld om te toveren tot ideaal, perfect en boven alles te verkiezen, en dit vervolgens te vuur en te zwaard te bevechten. Maar de kille waarheid is dat onze zusters met partner gelukkiger, gezonder en rijker zijn. Bovendien leven zij langer.
Dat zijn de feiten.

    Ons land kent inmiddels 2,7 miljoen eenpersoonshuishoudens. En elk jaar komen er 40 000 nieuwe bij. De markt is groot, zou je zeggen. Maar alleenstaande mannen bevinden zich merendeels aan de onderkant van de samenleving, en alleenstaande vrouwen aan de bovenkant. En aangezien wij vrouwen zoeken naar een even hoog, of liever iets hoger op de sociale ladder geplaatst heerschap, zullen deze twee groeperingen elkaar slechts bij uitzondering of hoge nood vinden. Van deze grote en groeiende groep vrijgezellen wil slechts 2 procent ook echt voor altijd alleen blijven. De rest gelooft nog dat Mr of Mrs Right op een dag wel voorbij gaat komen. En tot die tijd kun je ook maar beter blij zijn met je eenzame status, want als je niet blij bent, vind je sowieso geen liefde, volgens de zelfhulpboeken. 
    Blij zijn met jezelf is ons mantra. En dat kost nogal wat tijd en energie kan ik je verzekeren. Dodelijk vermoeiend is het, de hele tijd maar blij te moeten zijn met je eenzame leven. Ja, ik hoor jullie al gillen. We zijn helemaal niet eenzaam!!! Maar dat
zijn we wel. Zeg het gewoon. Hardop. Wij zijn eenzaam. We vechten er als dwaze mina’s tegen door elke vrijmibo, verjaardag en opening, elk festival en elk event te bezoeken en de lege dagen vol te plempen met koffie-, lunch-, en dinnerdates, door ons te omringen met gelijkgestemden en gezellige gays, door te yoga’en, suppen, bootcampen en te Netflix-bingen, door keihard te werken en als laatste te blijven hangen, en dat doen we allemaal om dat moment voor ons uit te schuiven. Het moment van alleen thuiskomen. In het donker met een liter wijn op. Of, erger, bij zonsopkomst met een beginnende kater en het weeïge schrale gevoel tussen je benen van een matige onenightstand. 
    Dat gevoel dat je bekruipt, het gevoel van mislukking, van intense verlatenheid, ouderdom en ongeliefd zijn, dat angstige gekriebel in je onderbuik, de stem die fluistert: dit is dus je leven. Je bent alleen. Misschien wel voor altijd. Omdat je anders bent dan de anderen. Je kunt geen relatie hebben. En wie wil er ook een relatie met jou? Dat gevoel, dat is dus eenzaamheid. Ik weet dat enkelen van jullie nu schuimbekkend een woedende tweet zitten te tikken. Wat een vooroordeel! Wij zijn single en gelukkiger dan ooit! Maar de kans is groot dat jullie dan onder de dertig zijn, tot de 2 procent eeuwige vrijgezellen behoren, of net gescheiden zijn op eigen initiatief.

De mens heeft nu eenmaal een diepgewortelde behoefte om door en door gekend te worden. En die behoefte wordt vervuld door een gelukkige liefdesrelatie. Daar kan geen vriendschap tegenop. Hoeveel we ook delen met onze vriendinnen, zij liggen niet lepeltje- lepeltje tegen ons aan, zij delen hun leven niet met ons, kijken niet vertederd naar ons verkreukelde gezicht bij het ontwaken en voelen zich geenszins verplicht op zondag mee te gaan naar onze ouders. Vriendschap is geen vervanging voor de liefde, hoe vaak we ook beweren van wel. Maar om die liefde te vinden, moeten we volgens de zelfhulpboeken die we allemaal op ons nachtkastje hebben liggen, geef het maar toe, eerst van onszelf houden. Dus daar werken we aan. We mediteren. We praten bij de therapeut. We verwennen onszelf met een kaarsje, een plaatje en een heerlijke quinoasalade. We ‘tappen’ (met je vingers je eridiaanpunten
bekloppen) en herhalen daarbij positieve affi rmaties. I totally and utterly love myself. We lezen Byron Katie, Deepak Chopra en Verslaafd aan liefde van Jan Geurtz. We gaan in retraite en volgen de workshop ‘Geluk in jezelf ’. Want daar heeft het natuurlijk
altijd aan gelegen. Aan onszelf. Hadden we meer van onszelf gehouden, dan waren we nu al jaren gelukkig in de liefde. Want pas als je de liefde niet meer nodig hebt, komt-ie. Hele avonden kunnen we hierover filosoferen met vriendinnen, elkaar troostend stimuleren de onbereikbare man van dat moment los te laten, want dan komt hij vanzelf naar je toe. Het is helaas tot op heden niet gebeurd, bij geen van hen. En dat is prima, want dan was hij blijkbaar niet The One. Ach, en wat geeft het want we zijn toch ook heel gelukkig met onszelf. En zo lullen we maar door tot we er tureluurs van worden, steeds weer in dat cirkeltje waarbij we uitkomen bij de klote conclusie dat het onze eigen schuld is dat we alleen zijn. Want we houden blijkbaar niet van onszelf en daarom mislukt ons liefdesleven steeds maar weer en die gedachte is niet bepaald een goede basis om van jezelf te houden.

Oké. Dan ben je dus dol op jezelf en leid je het hysterisch gezellige leven van de happy single. Lekker in het nu en focussend op je werk en genieten. Zelfs al heb je dit leven perfect onder de knie, dan nog zal bij tijd en wijle de behoefte aan een stevig robbertje seks zich aandienen. En zo moeilijk is dat niet. Op elke vrijmibo loopt wel een vrijwilliger rond die hierin kan voorzien, en een bronstige student is gauw gevonden. Tot het moment komt dat je jezelf ziet in de spiegel van het toilet in de plaatselijke kroeg. De mascara een beetje uitgelopen, het oogwit enigszins troebel, een verwilderde blik. Twee gin-tonics te veel. De vraag ‘wat doe ik hier in godsnaam?’ dringt zich op. Wat doe ik hier tussen de tien jaar jongere meiden, hengelend naar de aandacht van hun leeftijdgenoten? Je herinnert je tante Tony, de alleenstaande zus van je vader, die op elk verjaardags- of bruiloftsfeest bezopen haar borsten tevoorschijn haalde en steevast eindigde in de bezemkast met een van de afwassers. Ik ben tante Tony geworden, denkt je aangeschoten brein. Ken je dit moment niet? Ik wel. Ontluisterend is het en er zit niets anders op dan naar huis te gaan, op je hakken over de koude keien en dan realiseer je je dat er geen reet aan is, aan alleen naar huis gaan. Misschien maak je een bootycall. En heb je halflamme seks met een halfzachte scharrel. Hoe dan ook eindig je op zaterdag met een emokater en de pijnlijke hunkering naar iemand die er gewoon is. Heel vanzelfsprekend en liefst voor altijd. 
       Met dit verlangen voor ogen zit er niets anders op dan je op de datingmarkt te storten. Natuurlijk zeg je erbij dat je het puur voor de lol doet, om leuke mannen te ontmoeten, nieuwe vrienden te maken, geheel vrijblijvend, gewoon om een beetje te oefenen en te voelen, maar stiekem hoop je dat jij degene bent die op deze gekunstelde wijze de leukste man ter wereld vindt. Die hoop moet je wel hebben, anders begin je er niet aan. Daten is namelijk afschuwelijk. Echt, neem het van mij aan, wees niet jaloers op ons single ladies, er is namelijk niets inspannender en ongemakkelijker dan op een date gaan. Vroeger kwam je gewoon iemand tegen op je werk, op de sportschool of in de kroeg. En hem kwam je daarna steeds weer tegen, totdat je samen in bed eindigde en elkaar opbiechtte dat je elkaar erg leuk vond. Er viel niets te googlen of te facebooken, niets te appen of te sms’en, het geflirt speelde zich af in de real life timezone en dat gaf in rap tempo duidelijkheid. Tegenwoordig begint het contact in de virtuele wereld. Je geeft je naam in de kroeg en zo rond vier uur ’s nachts heb je een Facebookvriendschapsverzoek. Of je plaatst een profiel op Inner Circle en krijgt het eerste bericht via de chat. En voor de echt wanhopigen is er Tinder, de app waarmee de seksdate sneller voor je deur staat dan een Uber. Hoe gestroomlijnd en gebruikersvriendelijk dit allemaal ook klinkt, feit blijft dat je toch op een gegeven moment een afspraak gaat maken en je jezelf op het Centraal Station aantreft, wachtend op een totale vreemde. Spannend, zeg je? Spannend is een understatement. De stress die het oplevert is bijkans ondragelijk. Zo leuk, grappig en gevat je was op de chat, zo verlegen, afwerend en sprakeloos ben je als het object van je virtuele verlangen ineens voor je neus staat. En hij ook. Je hoort jezelf dingen zeggen als: ‘Gelukkig is het mooi weer,’ of: ‘Jeetje, wat is het druk hè?’ Terwijl je hersenen ondertussen als een razende tekeergaan. Mijn God, wat heeft hij een stomme broek aan. Hij is zeker wel ouder dan vijfenveertig. Nee! Hij heeft geverfd haar!! Binnen anderhalve minuut weet je het: dit wordt hem niet. Maar dan moet je nog het station uit zien te komen.
    ‘Nou ja, ik zoek niet echt iets serieus,’ zeg je als het voorgerecht op tafel komt. Dat zoek je wel, maar niet met hem. ‘Ik ook niet hoor,’ antwoordt hij met een vette knipoog waardoor je maag zich omdraait. Je werkt je door de maaltijd heen, houdt het moeizame gesprek op gang, faket op het einde een opkomende griep en dan is daar het onvermijdelijke ongemakkelijke afscheid. ‘Het was enig,’ zeggen jullie beiden. ‘Ik ga je zeker bellen!’ zegt hij. Jullie weten allang dat dit allemaal niet gaat gebeuren. Maar de waarheid doet pijn, en zo ben je niet. 
    Het kan ook anders. Het kan ook dat de man die uit die trein stapt precies is zoals je had gehoopt. Dat jullie eindigen in een duistere kroeg en na een stuk of wat tequilashotjes in bed. Terwijl je hoofd op zijn borst ligt doemen in je fantasie al beelden van de trouwdag op. De volgende ochtend bak je een eitje voor hem en daarna doen jullie het weer. ‘Ik ga je zeker bellen!’ zegt hij bij het afscheid. Twee weken bewaak je je telefoon als een kostbaar relikwie. Totdat je beste vriendin rept over een heel leuke man die ze heeft leren kennen via Inner Circle en met wie ze volgende week heeft afgesproken. Ze toont een foto en het is, jawel, jouw aanstaande.

De singles zijn een snel groeiende, maar niet zo’n gelukkige en gezonde bevolkingsgroep. Mensen met een partner zijn sociaal sterker, omdat ze worden gecorrigeerd en leren te delen en te onderhandelen. Wederzijdse steun en gedeelde smart alsook regelmatige seks en intimiteit maakt gelukkiger. Daarbij leven gehuwden of samenwonenden gezonder, roken en drinken minder, eten meer groenten en fruit en krijgen meer slaap. Genoeg redenen voor ons om, hoewel we zo blij zijn en het heel fijn met onszelf hebben, toch maar rond te blijven kijken naar De Ware. Want, hoe cheesy het ook klinkt, liefde is natuurlijk de grootste kracht in ons bestaan. Wij mensen zijn niet voor niets uitgerust met het vermogen van een ander mens te houden. Het is een levensbehoefte de liefde en het leven te delen. Misschien niet voor altijd met die ene, maar dan toch tenminste voor even. Betekent dit nu dat we met zijn allen wanhopig op zoek moeten gaan naar de eerste de beste beschikbare? Helaas werkt het niet zo. Helaas is liefde iets wat zich niet laat zoeken, maar wat zomaar ineens op je pad komt, totaal onverwacht en overrompelend. De kunst is alleen om het te zien, ervoor open te staan en je er vol in te storten, elke keer maar weer, wetende dat je leven er niet van afhangt. Dat je uiteindelijk ook in staat bent iets te maken van je leven als de liefde afhaakt. Als er dan nog íéts positiefs is aan single zijn, dan is het dit. Je bezit het vermogen op een leuke manier een periode van alleen zijn door te komen. En dat op zichzelf is een enorme troost.

Lees hier meer over 50. Dingen die ik blijf doen (en andere verhalen) van Saskia Noort.

Auteurs
Auteur: Saskia Noort

Saskia Noort (1967) is schrijfster en columniste. Van haar boeken werden 3,5 miljoen exemplaren verkocht. Haar werk werd in vijftien talen vertaald en werd bewerkt voor televisie, film en theater. Van haar achtste thriller Bonuskind werden ruim 200.000 exemplaren verkocht en het was tevens het bestverkochte spannende boek van 2020. In feburari 2024 zijn de Engelse wereldrechten van Bonuskind verkocht aan Amazon Crossing.

Blijf op de hoogte

Volg onze sociale media voor het laatste nieuws: